Deze film kost even wat moeite voor mij, moest er even in komen, vond het een vaag begin, wat verwarrend omdat het op verschillende tijdstippen speelt, maar als je dat door hebt is het een prachtige film, het is wederom een film die van begin tot einde blijft boeien..
recensie van de film:
Regie: Dome Karukoski | Cast: Nicholas
Hoult (J.R.R. Tolkien), Lily Collins (Edith Bratt), Anthony Boyle
(Geoffrey Smith), Patrick Gibson (Robert Gilson), Tom Glynn-Carney
(Christopher Wiseman), Colm Meaney (Father Francis), Craig Roberts (Sam
Hodges), Harry Gilby (jonge J.R.R. Tolkien), Derek Jacobi (Professor
Wright), e.a. | Speelduur: 112 minuten| Jaar: 2019
Wat
voor film valt er te maken over het leven van een stoffige
Oxford-professor die in zijn vrije tijd boekjes schreef over draken,
elven en een magische ring? Tolkien kiest heel strategisch
alleen voor de jongere jaren van John Ronald Reuel, wiens initialen
bekender zijn dan zijn voornamen. Van het moment dat hij net oud genoeg
is om zijn leven zelf vorm te geven, totdat hij de legendarische eerste
zin neerpent in mooie kalligrafie: "In een gat in de grond woonde een
Hobbit."
Als biopic is Tolkien expliciet niet goedgekeurd door de familie van de schrijver. Op voorhand, want de nazaten hebben de film niet eens gezien voordat ze hun ongenoegen bekendmaakten. De afwijzing zegt dus meer over de familie Tolkien zelf, maar betekent ook dat de mensen die de schrijver het beste hebben gekend vooraf geen enkele input hebben gegeven. Met een korte biografie ernaast, is snel te zien dat veel details in de chronologie inderdaad zijn aangepast, wat op zich nog te verwachten is. De toon is dan weer ontzettend braafjes.
In de capabele handen van Nicholas Hoult is J.R.R. een charismatische, superintelligente student en op zijn eigen manier een heroïsche jongvolwassene in de Slag aan de Somme tijdens de Eerste Wereldoorlog. We delen ook de bewondering van Edith als hij haar vertelt over de elventaal die hij al heel jong bedenkt en ontwikkelt. Tolkien bezit geen greintje onhebbelijkheid en zijn in eerste instantie kwakkelende studiecarrière is niet aan hemzelf te wijten. Zijn professoren hebben simpelweg nog niet zijn genie gezien. Totdat hij, ook weer buiten zijn schuld, dronken genoeg is om zijn elventaal 's nachts rond te blaten op de campus en daarmee zijn toekomstige mentor Wright wakker maakt.
Vooral bij de beelden aan het front van de Eerste Wereldoorlog loopt het echt een beetje in de soep. In het midden van alle geweld ziet Tolkien visioenen van ridders, schaduwachtige demonen en een enorme balrog. Het is volgens de beeldtaal zijn fantasie die ter plekke alle gruwelijkheden reduceert tot sprookjesverhalen. De beelden zien er inderdaad fabelachtig uit, maar als je hierover nadenkt wordt het best pijnlijk. Alsof de Eerste Wereldoorlog vooral moet worden gelezen als Tolkiens bron van inspiratie, niet als een van de grootste gruwelen van de twintigste eeuw.
Het grootste risico dat de Finse regisseur Dome Karukoski neemt, is met de jeugdvriend en T.C.B.S.-kompaan naar wie J.R.R. op zoek is op datzelfde slagveld. Het wordt niet expliciet uitgesproken, maar de film hint zeer sterk naar Smiths homoseksuele bewondering voor de hoofdpersoon. Ook dit draagt bij aan de mythologisering van de historische Tolkien, waarvan valt af te vragen hoe nuttig die is en zeker ook hoe kloppend. Over het geheel gezien zijn dit echter kleine grieven.
Tolkien is vooral een gemakkelijke film. Hij blijft ver weg van het creatieve proces, waarin Tolkien echt vorm gaf aan zijn fictieve wereld Midden-Aarde. Hoult acteert als vanouds lekker, ook Collins is als tegenspeelster een plezier om naar te kijken. En wie laat zich niet opzwepen als een groep enthousiaste jongens de heldeneed "Helheimer!" naar elkaar scandeert? Het gaat alleen wat ver om te zeggen dat je J.R.R. Tolkien er echt beter van leert kennen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten