eindelijk gaat voor mij het theaterseizoen in het nieuwe jaar echt van start.. De bios moet nog even wachten, maar inmiddels wel al gewandeld. wel al naar musea geweest en nu dus het theater... kortom het gaat weer een leuk cultureel en vooral ook creatief en sportief jaar worden..
Met deze voorstelling stap ik 2024 als eerste in., voor mij een totaal onbekende cabaretier maar op de één of andere manier intrigeert hij mij ook wel.. en ik besef met heel goed soms moet je niet de bekende paden bewandelen maar juist naar onbekende mensen gaan, om zo ook je eigen blikveld te verbreden.
Het was afgeladen vol, maar zoals te verwachten was, begon de voorstelling iets te laat en kwamen nog veel mensen te laat binnen.. Prachtige opmerking van hem tegen de laatkomers.. wat ben je laat het is al bijna dinsdag...wat is er verkeerd aan om op tijd te vertrekken.
De voorstelling op zich was erg mooi... erg grappig, wel jammer dat er soms Arabische woorden in zaten die ik niet begreep, meer dan de helft van de zaal wel begreep.. en die dan moesten lachen.. het grappige is wel dat je je dan toch een gevoel hebt van.. klopt het wat ze zeggen.. wat me ook meteen doet denken aan dat mensen uit andere landen die geen Nederlands spreken dat ook moeten voelen als wij Nederlands praten.
Ondanks dat ik vreselijk heb gelachen om de voorstelling, ook de herkenbaarheid van ons onderwijzend personeel etc. toch is de voorstelling niet af... het zijn veel stukjes die gespeeld worden maar aan het einde is er geen verbindende thema te vinden. dat vond ik jammer.
Al was zijn slot opmerking wel heel mooi, we zijn eigenlijk een hele grote pan multiculturele soep waarin iedereen zijn stukje aan toevoegt.. doet me denken aan het verhaal van de soepsteen..
recensie van het stuk:
‘Als
in Nederland iemand boos wordt op een zesjarige – iemand die geen
Hollander is – dan verliest hij alle grammatica’, beweert Jawad Es Soufi
al vroeg in zijn voorstelling Harira. Hij slaat ter illustratie
gefrustreerde kreten uit. ‘Jullie Hollanders voegen alleen maar
grammatica toe.’ Es Soufi recht zijn rug en zegt met overdreven keurig
Nederlands accent: ‘Nu moet je eens even heel goed luisteren, jongeman.
Dit hebben wij zo niet afgesproken.’
Es
Soufi is er één van een nieuwe generatie cabaretiers, die een grote
groep online-volgers meeneemt naar het theater. Als karakter Sloegi
bouwde hij op Instagram een groot (Marokkaans-Nederlands) publiek op.
Sinds 2020 staat hij met zijn onemanshows in het theater. Zijn talent
bleef niet onopgemerkt: zijn vorige show Waarom ben jij zo? werd dit jaar geselecteerd voor de Cabaret Collectie van het Nederlands Theater Festival.
Niet
alleen de Hollanders, maar alle inwoners van Rotterdam hebben een
plekje in de voorstelling van Es Soufi. De vriendelijke komiek beheerst
allerlei talen en accenten: de voertaal van zijn voorstelling is
Nederlands, doorspekt met Marokkaans, Turks, Antilliaans en een heel
klein beetje Engels. Amicaal pikt de Rotterdamse VMBO-docent de lachers, laatkomers en amateurfilmmakers uit de zaal en wijst hen uitvoerig terecht.
De
sfeer is informeel, de Hollanders zijn te gast – zij zijn verreweg de
minderheid in de zaal. In onderonsjes, waarin hij Marokkaanse
referenties wel even voor hen ‘vertaalt’, houdt hij niet alleen de witte
mensen bij de les, maar maakt hij ook de rest van de zaal hartelijk aan
het lachen. ‘Ik blijf niet alles aan jullie Hollanders uitleggen,
bekeer je maar gewoon als je deze wil snappen.’ En dan naar de rest: ‘Je
weet maar nooit, misschien denkt zo’n Hollander nu wel: Ja, nu hij het
zó zegt…’
In black-outs na
felle lichteffecten komen decorstukken tevoorschijn, waar hij scènes
omheen bouwt. Het zorgt voor de nodige tempoversnellingen in het intieme
gebeuren, iets waar regisseur Laurens Krispijn de Boer ongetwijfeld een
rol bij heeft gespeeld. Het materiaal is weliswaar heel geestig en Es
Soufi is een smakelijk en getalenteerd verteller, maar nog een tikkeltje
langdradig.
De kalme
comedian verandert maar langzaam van onderwerp en herhaalt geslaagde
grappen onnodig vaak. Hierdoor is het aantal anekdotes dat hij in
anderhalf uur doorneemt beperkter dan bij de meeste van zijn collega’s.
Daar kan hij nog in groeien, want het zou leuk zijn om op één avond meer
van zijn vrolijke levensvisie te kunnen horen.
Op
de mooiste momenten is de voorstelling een antwoord op een vraag van Es
Soufi’s moeder: zou hij niet met pensioen willen in Marokko, waar hij
niet met 3-0 achter staat? Door scènes te beschrijven die hij alleen in
Rotterdam verwacht aan te treffen (bijvoorbeeld een naar de islam
bekeerde Antilliaan die elke ochtend ‘Salam Aleikum’ groet in de
lerarenkamer) legt hij zijn liefde uit voor zijn stad. Aan het eind van
zijn voorstelling kun je niet anders dan zijn bewondering delen voor de
‘multiculturele soep’ (aldus Es Soufi) die de havenstad in de loop der
jaren is geworden