recensie van de film:
Regie: Nontawat Numbenchapol| Scenario: Nontawat Numbenchapol | Cast: Awat Ratanapintha (Sorn/Wan), Arak Amornsupasiri (Ji), Bhumibhat Thavornsiri (Wuth), e.a. | Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2023
De
Thaise filmmmaker Nontawat Numbenchapol behandelde in zijn
documentaires aangrijpende thema's als mensenrechten, militarisme,
milieuvervuiling en mensenhandel. Daarbij lag zijn focus op de
grensregio's van Thailand met buurlanden als Cambodja en Myanmar. Maar
ondanks die ervaring is het maken van fictiefilms over zulke onderwerpen
hele andere koek. Numbenchapols tweede dramafilm Doi Boy was gebaat geweest bij meer focus en verdieping.
De titel verwijst naar de privéclub waar de Myanmarese sekswerker Sorn in aanraking komt met politieagent Ji. Beide hebben een vrouw dan wel vriendin thuis zitten. Ji's vrouw is hoogzwanger en weet niets van zijn seksuele omgang met mannen. Sorn, die in een vorig leven eerst monnik en daarna militair was in Myanmar onder de naam Wan, heeft een vriendin die zelf ook als sekswerker rijke mannen vermaakt.
Sorn kon weinig anders dan het prostitutievak kiezen. Hij heeft geen papieren en besluit het geld dat hij van zijn vriendin heeft geleend en dat bedoeld was om de huur te betalen in te zetten om illegaal aan een paspoort te komen. Ji jaagt met zijn collega's op mensenrechtenactivist Wuth, wiens partner al door Ji is omgebracht. Tijdens een massagesessie besluit Ji om Sorn een aanbod te doen dat hij moeilijk kan weigeren. Door de coronacrisis is Sorns club namelijk gedwongen om al dan niet tijdelijk de deuren te sluiten en Sorn is zonder werk komen te zetten.
Numbenchapols tweede drama is in thematisch opzicht een opeenstapeling van ellende en uitzichtloosheid. De regisseur, die tevens het scenario schreef, brengt het echter haast als een serie futiliteiten zonder de impact ervan uit te lichten. In een terugblik zien we Sorns vlucht met zijn beste vriend uit Myanmar en het gemak waarmee ze, na even doorbijten, in de privéclub aan de slag gaan. Wat Sorn er nou zelf allemaal bij voelt blijft grotendeels onduidelijk.
Numbenchapol heeft de keuze gemaakt om het doorzettingsvermogen en de veerkracht van de mens in moeilijke omstandigheden uit te lichten. Maar ook op dit vlak faalt hij door het gebrek aan uitdieping. De intieme momenten tussen Sorn en Ji bieden veel kansen om hun gevoelens te etaleren, want ook Ji kampt met issues, maar hebben toch vooral het karakter van een feitenrelaas verkapt als biecht.
Het duurt lang voor de drie hoofdpersonen samen worden gebracht, maar dit markeert tevens het moment waarop Numbenchapols drama pas echt uit de pas begint te lopen. Het kabbelende karakter krijgt dan namelijk een stilistisch misplaatste optater, compleet met overgechoreografeerde vechtpartijen. Daar wordt bij opgeteld dat het plotmatig veel van het toeval afhangt. Toevalligheden zijn een dagelijkse realiteit, maar Numbenchapol haalt ze van stal zodra zijn verhaal vast dreigt te lopen. Voor een onwetende buitenstaander mist Doi Boy context, maar zelfs zonder deze wetenschap moet een drama als deze te volgen zijn. En vooral: emotionele impact hebben.
Het eindresultaat is een vlak drama met al even vlak uitgewerkte personages. Hun uiteenlopende doelen en dilemma's houden ze grotendeels voor zichzelf. Ook met een enorm inlevingsvermogen blijft het gissen wat er in hun omgaat. De Aziatische arthousecinema die het westen bereikt is wel vaker vrij introvert en terughoudend, maar hier had een wat uitgesprokener toon niet misstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten