Gisteravond met vriendinnen Marlous en Krista eerst heerlijk uit eten geweest bij de Sofra, een turks restaurant met heerlijk eten. Daarna zijn we naar het parktheater gegaan om de lezing te horen over de film die we wilden zien: Een echte Vermeer. Deze film leek ons alle drie erg mooi en zinvol en wie weet kunnen we het nog wel gebruiken ook voor de kunstvakken. De film is een bijzondere film, zeker als je weet dat hij gebaseerd is op ware feiten, al klopt niet alles. Maar goed dat is iets waar je door heen moet kijken. De film komt heel traag opgang, zo traag zelfs dat ik me betrapte op dat ik zat te knikkebollen en even mijn ogen dicht had gedaan. Ik heb gelukkig niet gesnurkt. De film is onderhoudend en ook best boeiend, maar het is een totaal andere Nederlandse film dan ik gewend ben deze is traag en donker en somber, maar heeft ook zo zijn mooie momenten.
Ik weet niet of deze film een aanrader is, dat moet de lezer zelf maar bedenken deze keer.
Ik weet niet of deze film een aanrader is, dat moet de lezer zelf maar bedenken deze keer.
recensie van de film:
Regie: Rudolf van den Berg | Cast:
Jeroen Spitzenberger (Han van Meegeren), Lize Feryn (Jolanka Lakatos),
Roeland Fernhout (Theo van der Pas), Porgy Franssen (Abraham Bredius),
Dewi Reijs (Anna van Meegeren), Mingus Dagelet (Jac van Meegeren),
Raymond Thiry (Aanklager), e.a. | Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2016
Zoals
menig kunstenaar je zal vertellen, ligt er een dunne scheidslijn tussen
kunst en goedkope imitatie. Diezelfde gedachte vormt de rode draad in Een Echte Vermeer. Regisseur Rudolf van den Berg (Tirza, Süskind)
verfilmde het leven van kunstvervalser Han van Meegeren die tientallen
schilderijen van verschillende meesterschilders namaakte en als echt
verkocht aan diverse musea. Net als de centrale figuur in deze biografie
deinst Van den Berg er niet voor terug om een loopje te nemen met de
werkelijkheid.
Als uitgangspunt voor de biografie
kiest Van den Berg voor de rechtszaak die plaatsvond aan het einde van
de Tweede Wereldoorlog, waarin Van Meegeren terechtstond als
collaborateur die verschillende schilderijen van Vermeer verkocht zou
hebben aan de Duitsers. Het proces vormt een aardige kapstok voor Van
Meegerens levensverhaal, waarin telkens heen en weer wordt geschakeld
tussen verschillende perioden uit zijn leven. Van zijn ambities als
jonge kunstenaar, huwelijkse problemen en zijn bewijsdrang en
wraakgevoelens jegens de gevestigde orde in de kunstindustrie.
De
biografie wordt bevolkt door een aardige cast, onder aanvoering van
hoofdrolspeler Jeroen Spitzenberger. Tijdens de verschillende sprongen
door Van Meegerens leven slaagt de acteur er goed in de verschillende
facetten van het karakter van zijn personage tentoon te stellen, van de
gepassioneerde artiest tot een man op de rand van gekte. Goed
tegengewicht krijgt hij onder andere van zijn compagnon Theo (Roeland
Fernhout), rijke kunsthandelaar Abraham Bredius (Porgy Franssen) en
diens jongere vrouw Jolanka (Lize Feryn). Laatstgenoemde vormt als femme
fatale een belangrijke rode draad in Van Meegerens leven.
De
biopic zit aardig in elkaar. Op de juiste momenten wordt heen en weer
geflitst in de chronologie. Het verhaal verloopt vlotjes en houdt de
aandacht goed vast. Ook de aankleding is dik in orde: van de kostuums en
de sfeervolle sets tot het fraaie spel met de lichtinval. Her en der is
de montage wellicht iets te wild voor een historische film - de
openingsscène heeft meer weg van een aflevering CSI dan een geschiedkundige biografie - maar het zij de makers vergeven.
Wat
wel blijft knagen is de openlijke mededeling van Van den Berg dat het
script slechts losjes gebaseerd is op het leven van de echte Van
Meegeren. Diverse stukken zijn dramatisch flink aangedikt en tegen het
einde lijkt de filmversie van de meestervervalser toch wat gunstiger
afgebeeld te worden met het oog op zijn vermeende nazisympathieën dan in
werkelijkheid waarschijnlijk het geval was.
De
dichterlijke vrijheid is vanuit het oogpunt van de filmmaker wel te
begrijpen, en het lijkt aannemelijk dat een feitengetrouwe reconstructie
wellicht een wat minder smeuïge karakterschets had opgeleverd. Ironisch
genoeg voel je je na afloop toch enigszins bedrogen. Wie was de echte
Van Meegeren: een gewetenloze opportunist, een ongelukkige minnaar of
een miskend, wraakbelust genie? Wellicht is het juist die discussie die
Van den Berg na afloop van de biografie op gang wil brengen, getuige de
afsluitende mededeling dat ook de imitaties als Van Meegeren vanuit
postmodernistisch perspectief wel degelijk als kunst kunnen worden
gezien. Hoe het ook zij, Een Echte Vermeer toont eens te meer dat er een dunne lijn loopt tussen werkelijkheid en fictie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten