zaterdag 21 december 2013

een kerst die elke kerst overbodig maakt (deel 3)

 
deel 3
 
Bij aankomst op het station blijkt zijn trein net weg te zijn, en moet hij dus een half uurtje wachten, hij zit wat doelloos op het perron op een bankje te kijken en denkt na, langzaam ontstaat in zijn hoofd het idee dat hij misschien gewoon maar voor de trein moet springen, dan is  hij van alle shit verlost want er is nu niemand die echt om hem geeft. Het blijft gelukkig bij een gedachte en als de trein komt, stapt Marco in de trein en vertrekt naar het huis waar hij nu woont.
Als hij thuis komt blijkt zijn mentrix al met haar jas aan te staan, ze maakt de opmerking  dat hij wel erg laat is, en dat hij geen eten meer krijgt omdat hij niet op tijd terug was. Marco begint te protesteren hierover maar ze luistert niet en zegt hem naar zijn kamer te gaan, als Marco begint te huilen, word ze alleen nog maar bozer en stuurt hem meteen naar zijn kamer. Woedend en verdrietig rent Marco naar boven en gaat op zijn bed liggen waar hij met diepe uithalen ligt te huilen. Dit is iets wat hij er niet meer bij kan hebben. Weer komt de gedachten in hem op dat de trein nog niet zo gek is..
De volgende dagen loopt Marco in een soort roes door het leven, hij voelt een intens verdriet, hij zit maar op zijn kamertje in het tehuis waar hij woont en weet even niet meer wat hij moet. Hij krijgt steeds telefoontjes van de mensen van de gemeente, van jeugdzorg en van totaal onbekende mensen die willen weten wat ze moeten op de begrafenis van zijn moeder.
Marco weet al de antwoorden niet op deze vragen. Al die mensen stellen vragen, zeggen gecondoleerd, maar niemand vraagt hoe het met Marco gaat. Marco heeft inmiddels wel al geleerd dat hij  moet zeggen goed. Als hij zegt dat het niet goed gaat, dan beginnen de mensen meteen over hun eigen verdriet of wat dan ook,  het lijkt heel vaak alsof mensen alleen maar bezig zijn met zichzelf en een opening zoeken om hun eigen verdriet of pijntjes de ruimte te geven als ze vragen hoe het met de ander gaat. Hij merkt steeds dat hij liever maar zegt goed, omdat er geen enkele oprechte aandacht is voor zijn echte gevoel. Het gevoel van dat hij heel erg alleen is, dat er niemand is voor hem, dat hij eigenlijk liever dood wil. Daar praat hij niet over omdat niemand echt vraagt of doorvraagt hoe het met hem gaat.
De begrafenis van zijn moeder, waar Marco weer alleen heen moest omdat zijn mentrix ziek is, is een eenvoudige en zeer korte plechtigheid. Niemand zegt wat liefs. De kist met zijn moeder word naar haar laatste rustplaats gebracht, de bloemen die Marco van zijn eigen spaargeld heeft gekocht, een klein bosje rode rozen, liggen op de kist. De begeleider van de uitvaart centrum zegt nog even rust zacht en dan zakt de kist in het gat waar het lichaam van zijn moeder zal rusten. Het bosje bloemen van Marco  gaat mee. Na de begrafenis, als je het al zo kan noemen, loopt Marco door Amsterdam te dwalen .
Hij ziet overal de kerstversiering, de prachtige etalages met mooie spullen. Ziet heel veel mensen met elkaar arm in arm lopen, kinderen met hun ouders. De eenzaamheid speelt dit keer zo erg op dat hij met tranen in zijn ogen door de straten van Amsterdam loopt op weg naar het station. Hij heeft het koud en bedenkt zich steeds meer dat hij dit niet wil, dit gaat hij niet doen. Hij duikt nog dieper in zijn jas, bedenkt dat hij de volgende week voor de laatste keer dit jaar naar school moet en bedenkt zich meteen wat hij moet, hij weet het niet. Hij weet dat zijn plaaggeesten op hem zullen wachten. Misschien zullen ze dit keer even niet weer hem pesten. Wie weet gaat dit keer niet zijn gymspullen in het toilet, wie weet gaan ze hem nu niet stiekem tijdens een les met een passer in zijn rug prikken. Hij hoopt dat hij dit keer ontzien gaan worden. Diep van binnen weet hij het antwoord al, het zal alleen maar erger worden, ze zullen echt geen enkele aandacht hebben voor zijn verdriet en zijn eenzaamheid.
Terwijl Marco zo loopt ziet hij het spoor lopen van de trein terug naar huis. Ergens in het hek ziet hij een gat en zonder er bij na te denken, als in een soort waas kruipt hij door het gat heen. Hij staat ineens bij een  stuk niemandsland, en loopt richting het spoor. De tranen stromen over zijn wangen en terwijl hij daar loopt zonder na te denken gaat hij op het spoor lopen naar nergens heen…
 
 Marco loopt over het spoor en ziet in de verte de trein aankomen die hij moet nemen naar huis, in zijn hoofd hoort hij het zinnetje dat hij nu naar huis gaat, als de trein maar opschiet.
De tranen lopen over zijn wangen, hij weet geen andere oplossing voor alles wat door zijn hoofd speelt en wat er om hem heen gebeurt, hij voelt zich verlaten en alleen.
 
morgen deel 4

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten