Een kerst die
elke kerst overbodig maakt
(een kort kerstverhaal in 5 delen door Harry
Wanders)
“ Kijk nou eens
wat we hier hebben”
“Wat een sukkel
loopt daar”“Moet je eens kijken wat een mietje loopt daar”
“Hij lijkt wel een homo!, Nou lijkt hij is een homo!”
“Kom dan pakken we hem!”
Marco rende voor
zijn leven naar het fietsenhok om daar zijn fiets te pakken en zo snel als hij
kon weg te komen bij zijn plaaggeesten.
Het moment dat hij wegreed hoorde hij zijn belagers lachen en hem
naschreeuwen , hij reed weg zonder om te kijken.. maar wist al morgen zou het
weer zo zijn, weer zullen ze hem uitschelden, en wie weet weer slaan. De
woorden speelden nog door Marco zijn
hoofd terwijl hij op zijn fiets zich tegen de weergoden, storm, sneeuw en regen, heen worstelde. Hij was er
klaar mee, steeds weer elke dag kwam het naar hem toe, telkens weer was het
zover dat hij er dacht bij te horen, maar telkens weer was het niet zo. Hij had
het gehad, het was genoeg voor hem om dit zo vol te houden. Marco, was klaar
met alles, zeker nu er bij Sinterklaas voor hem een surprise was gemaakt van
modder met daarin een pakje maandverband, omdat ze hem zo vrouwelijk
vonden. Marco begreep niet waarom ze zo
deden, al die klasgenoten van hem . Wat had hij verkeerd gedaan, wat was de
reden van deze opmerkingen en deze pesterijen. Of zoal zijn docenten zeiden,
het zijn maar plagerijtjes… Wat wisten ze van hem af, wat wisten ze van zijn
leven, het was toch niet zijn keus dat hij woonde waar hij woonde. Het tehuis
waar hij was neergezet, waarin geen liefde was maar een begripvolle dame, die
deed alsof ze erg om hem geeft, maar hij weet wel beter, ze deed het alleen de
uren dat ze er was in het tehuis, daarna ging ze terug naar haar eigen leven,
en was ze hem en al die anderen vergeten. Wat kon hij er aan doen dat hij niet
meer bij zijn moeder kon wonen, omdat ze verslaafd was aan alles wat maar
verslavend werkte. Marco voelde de tranen over zijn ogen stromen van al het
verdriet wat hij in zicht voelde, de regen spoelde zijn tranen mee het riool
in. Marco kwam aan bij zijn huis, waar zijn mentrix op hem wachtte, ze zei
niets, er stond een kopje thee, er lag een koekje, de kachel stond aan, dat was
het. Marco ging zonder wat te zeggen naar zijn kamertje, waar hij op zijn bed
ging liggen, zijn koptelefoon op zijn hoofd en luisterde naar zijn muziek. Het
lied van Anouk Birds, was zijn favoriet,
zeker door het klipje wat hij er bij had gezien, in dat uurtje dat hij tv mocht
kijken beneden in de huiskamer vol ikea spullen.
Marco doezelde
weg totdat er op zijn deur werd gebonsd, hij schrok op, deed de deur open en
daar stond één van zijn mede huisgenoten met zijn handen vol met zijn wasgoed,
of Marco even zijn was wilde opvouwen en strijken, daar is hij zo goed in.
Marco wil nee zeggen maar op het moment dat hij de woorden uit zijn mond voelt
gaan, weet hij al dit is mis. Zijn huisgenoot, een grote jongen van 14, kijkt hem aan, gooit zijn wasgoed,
dat net gewassen is op de grond, en begint te schreeuwen dat het Marco zijn
schuld is, dat hij nu ook zijn was opnieuw moet wassen en dan moet strijken en
moet opvouwen. Marco gaat in verweer, maar dit helpt niet, zijn huisgenoot
Benny, begint te slaan en te schoppen. De huis oudste komt er aan gelopen en
grijpt meteen in. Ze haalt de twee vechtersbazen uit elkaar en zet ze apart in
de kamer van Marco, ze luistert naar het verhaal van Benny , dat Marco expres
zijn was op de grond heeft gegooid en er op is gaan staan en het daardoor dus
vies is en dat hij vind dat Marco het opnieuw moet wassen en opvouwen en
strijken. Marco zijn verhaal doet er
niet toe, daar word niet naar geluisterd. Marco moet van de huis oudste doen wat er gezegd word, en
dus staat Marco de hele avond de was van
Benny te doen, met alle nare opmerkingen van dien. Hij weet dat hij dit moet
doen, en hij weet ook dat het niet anders is, tranen van onrecht stromen over
zijn wangen. Dit is niet de eerste keer dat hem dit overkomt, dit is dagelijkse
kost. Dag in dag uit, hij houd zich vast aan de gedachte dat het maar tijdelijk
is, dat hij heel gauw weer naar zijn moeder mag en dan weer terug is bij zijn
vrienden uit het andere leven.
Nog geen week
later, waar de pesterijen nog verder gingen, komt Marco thuis waar zijn mentrix op hem staat te wachten. . Zijn mentrix, vraagt hem om even mee te komen naar haar kamertje, ze moet hem iets
vertellen. Marco kijkt haar niets begrijpend aan, wat kan er zijn of zou hij
terug mogen naar huis. Marco neemt plaats aan het buro van zijn mentrix, en zij
gaat tegenover hem zitten. Ze praat zachtjes, dat ze het zo erg vind voor hem,
en dat ze alles zal doen om hem te helpen dit verdriet te dragen en meer van
dat vage gedoe, maar wat er nu werkelijk aan de hand is hoort Marco niet. Marco vraagt op een gegeven moment wat er aan
de hand is en dan verteld de mentrix dat zijn moeder gisteren is gevonden in
een huis voor daklozen, overleden aan een overdosis. Marco trekt wit weg, hij
ziet ineens zijn hele wereld instorten, hij
weet nu ook dat hij nooit meer naar huis kan, dat hij waarschijnlijk
zijn hele leven in dit tehuis zit voor kinderen die nergens terecht kunnen. Hij
kan niet eens huilen, zo veel pijn doet het. Hij voelt een ijsklomp in zijn
maag ontstaan, een oer gil die maar niet wil exploderen. Hij kan er niets mee.
De rest van de woorden van zijn mentrix hoort hij amper, iets over, naar de begrafenis gaan, iets over een ander tehuis voor hem, omdat dit niet een huis is voor permanente bewoning maar voor tijdelijk in deze woongroep. Dat hij moet na denken waar hij graag zou willen gaan wonen. Hij mag als hij wil naar de begrafenis maar hoeft niet, hij kan vrij krijgen van school. Als troost legt ze een mars voor hem neer. Marco kijkt haar aan, het enige waar hij nu aanheeft is gewoon een knuffel van een mens, maar een mars? Hij staat woedend op en grijpt de mars en schreeuwt alleen maar “Stop die maar waar de zon niet schijnt!” Hij rent boos weg uit het kamertje, de deur achter zich dichtsmijtend en rent naar zijn kamertje waar hij op zijn bed begint te huilen. Eindelijk komen zijn tranen over dit verdriet naar buiten, hij schreeuwt het uit, hij gilt en slaat woedend in zijn kussen. De nacht gaat voorbij maar Marco merkt het niet eens, hij slaap onrustig.
Morgen deel 2 van dit modern kerstverhaal...
De rest van de woorden van zijn mentrix hoort hij amper, iets over, naar de begrafenis gaan, iets over een ander tehuis voor hem, omdat dit niet een huis is voor permanente bewoning maar voor tijdelijk in deze woongroep. Dat hij moet na denken waar hij graag zou willen gaan wonen. Hij mag als hij wil naar de begrafenis maar hoeft niet, hij kan vrij krijgen van school. Als troost legt ze een mars voor hem neer. Marco kijkt haar aan, het enige waar hij nu aanheeft is gewoon een knuffel van een mens, maar een mars? Hij staat woedend op en grijpt de mars en schreeuwt alleen maar “Stop die maar waar de zon niet schijnt!” Hij rent boos weg uit het kamertje, de deur achter zich dichtsmijtend en rent naar zijn kamertje waar hij op zijn bed begint te huilen. Eindelijk komen zijn tranen over dit verdriet naar buiten, hij schreeuwt het uit, hij gilt en slaat woedend in zijn kussen. De nacht gaat voorbij maar Marco merkt het niet eens, hij slaap onrustig.
Morgen deel 2 van dit modern kerstverhaal...
Mooi,en ook nog in delen!
BeantwoordenVerwijderen