De volgende dag
hoeft Marco niet naar school, hij mag thuis blijven , hij moet naar het
uitvaartcentrum, om te helpen bij de voorbereiding van de begrafenis van zijn
moeder, en haar nog een keer te zien opgebaard in de kist. Hij vraagt aan zijn
mentrix of ze met hem mee wil, hij moet helemaal naar Amsterdam en vind de reis
eng omdat hij nooit eerder daar alleen
heen is gereisd. Zijn mentrix kan echter niet mee, haar dienst zit er op over
een uurtje en hij kan het vast wel alleen.
De volgende dag
zit Marco alleen in de trein, zenuwachtig, hij heeft geen idee wat hem te
wachten staat, hij weet niet waar hij heen moet, hij weet niet eens hoe een
overleden iemand eruit ziet. Hij zit wat voor zich uit te staren in de trein
die gewoon zijn route gaat, die zijn weg vervolgt naar Amsterdam. Ondanks dat
de reis niet lang duurt, lijkt het voor Marco uren te duren. De tijd kruipt
voorbij… ergens is dat wel fijn al is
het besef bij hem dat hij er toch niet onderuit kan. Het pesten op school, het
gedoe met zijn huisgenoten, en dan dit er nog bij, hij voelt zich meer dan
alleen, kan niet voor zichzelf bedenken wat erger is. Hij hoopt ook dat die
vraag niet gaat komen als hij moet kiezen.
De trein stopt
bij het Centraal Station in Amsterdam, vandaar uit moet hij lijn 5 nemen om aan
te komen bij het uitvaartcentrum waar zijn moeder opgebaard ligt. Hij moet er
bij de laatste halte uit en dan nog een klein stukje lopen. Gelukkig zijn er
wat mensen die hij durft te vragen waar hij heen moet en hoe hij er moet
komen. Aarzelend stapt hij in de tram en
gaat zijn weg. Bij het eindpunt van de tram, staat hij nog te staren naar allemaal wegen, de moed zakt hem in zijn
schoenen, hij weet het nu echt niet meer. De tranen biggellen over zijn wangen.
Terwijl Marco
rondkijkt of hij ergens misschien een straatnaambordje ziet, ziet hij ineens
een lijkwagen aan komen rijden, in een dwaze bui besluit hij deze maar te
volgen om zo misschien bij het uitvaartcentrum te komen. Hij rent door de
straten van Amsterdam en verliest geen
moment de auto uit het oog. Hij rent en
rent, om uiteindelijk bij het uitvaarcentrum aan te komen. Buitenadem staat hij
daar en zoekt naar de ingang van het gebouw.
De deur is blauw,
terwijl hij aanbelt vraagt hij zich af wat hij nu zal moeten zeggen. Hij staat
nog na te denken, of de deur gaat open. Een lange man in keurig zwart staat
voor hem, kijkt hem aan en zegt dat hij geen kinderpostzegels koopt, ze hebben
speciale zegels die ze gebruiken. Marco kijkt de man vreemd aan en begint al
hakkelend te vertellen waarom hij hier
is. Hij verteld dat zijn moeder hier
moet zijn en dat hij de begrafenis moet regelen voor haar. De man kijkt hem
fronsend aan en vraagt naar de achternaam van zijn moeder. Marco geeft die naam
en de man kijkt op zijn lijst, ziet de naam staan en vraagt Marco binnen te
komen. Hij is verbaasd dat een puber van
14 voor zijn deur staat en dat er geen volwassene bij is die hem begeleid. Hij
loopt mompelend de gang in , nadat hij Marco een plekje heeft gewezen waar hij
mag wachten. De man komt terug met een
mevrouw die de zorg op zich neemt voor Marco. Ze vraagt of hij iets wil drinken, maar door de brok in zijn
keel krijgt Marco geen woord uit zijn mond. Hij wil eigenlijk maar 1 ding en
dat is zijn moeder zien. Dit zegt hij dan ook tegen de mevrouw en die zegt dat
hij even moet wachten dan gaan ze samen naar het kamertje waar zijn moeder
ligt.
Marco moet zijn
adres geven en dan zal hij wel horen hoe en wat en wanneer. Met een hand en een bemoedigend woord, zet ze
vakkundig hem op straat. Marco weet niet
wat hem overkomt, wat moet hij nu, hij is totaal van slag en denkt erover om
toch maar gewoon weg te lopen en onder te duiken, maar beseft ook dat als hij
dat doet dat hij waarschijnlijk net als zijn moeder gaat eindigen en dat wil
hij zeker niet. Marco besluit om de trein terug te nemen naar het huis waar hij
woont en het maar te bespreken met zijn mentrix, tenminste als ze er is, en als
ze tijd heeft. Met zijn handen, gebald als vuisten in zijn zakken, loopt hij
naar de tramhalte om de tram terug te nemen naar het station en met de trein
naar huis te gaan.
morgen deel 3
Ik zit er helemaal in!
BeantwoordenVerwijderen