donderdag 3 maart 2016

Publieke werken (Film)


Deze maand is een beetje een filmmaand, zoveel mooie films in het filmhuis, zoveel mooie films in huis om te bekijken, kortom er zullen veel blogjes ontstaan over films deze maand. Zoals vandaag ging ik met vriendin Heleen naar de film Publieke Werken. Deze film wilde ik heel graag zien omdat ik het verhaal van dat kleine huis je in Amsterdam waarom het grote hotel is gebouwd graag wilde zien. In het filmhuis val je je bijna nooit een buil aan de film, voor 7,50 zit je prima en kun je heerlijk kijken naar een mooie film, nu dus ook. Wat een gave film is dit.. en het verhaal van dat huisje in Amsterdam bij het Victoria hotel, wat geniaal en wat een symbool van eigenzinnigheid, wat wel te koste gaat van mensenlevens maar toch mooi. Daarnaast de subtiele verwijzing naar de homoseksualiteit van de zoon zo mooi weer gegeven. Kortom weer een film om te kijken.


Recensie van de film:
regie: Joram Lürsen | Cast: Gijs Scholten van Aschat (Vedder), Jacob Derwig (Anijs), Rifka Lodeizen (Martha), John Leddy (Carstes), e.a. Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2015

Wie wel eens onze hoofdstad aandoet, het prachtige Centraal Station van Pierre Cuypers uitloopt en even voorbij de werkzaamheden van de chronisch getroebleerde Noord-Zuidlijn kijkt, moet wel zand in zijn ogen hebben om niet het Victoria Hotel rechts aan het Damrak te zien liggen. Wie nog wat beter kijkt, richting de Prins Hendrikkade, ziet een wel erg vreemdsoortige onderbreking van het klassieke witte hoekgebouw waar het hotel huist. Waar de gevel recht door zou moeten lopen, zijn een tweetal kleine gebouwtjes te zien die het aangezicht van het hotel flink in de war schoppen. In het laagste van de twee pandjes zit nu de zoveelste souvenirshop om de hordes gretige toeristen te plezieren en de inwoners te ergeren. Hoe heeft deze situatie zo kunnen ontstaan? Waarom is het Victoria Hotel dat eind negentiende eeuw werd gebouwd niet gewoon doorgetrokken. Een mogelijke, doch fictieve oorzaak wordt gegeven in de roman Publieke Werken van Thomas Rosenboom.

In zijn boek beschrijft Rosenboom een praktijk die ook nu nog speelt in Amsterdam. In hoeverre moeten de lokale bevolking en voorzieningen wijken voor de expansiedrift van zowel de gemeente als ondernemers? Is meer altijd beter en moet Mokum net als het land waarvan het hoofdstad is, altijd maar bij de grote jongens horen? In dit geval gaat het om een florerend Amsterdam anno 1888, waarin prestigedrang hoogtij viert. Het vermaarde Centraal Station is net geopend en het fameuze Concertgebouw met zijn ongeëvenaarde akoestiek staat nog middenin het moerasland. En dan zijn er de plannen voor het Victoria Hotel, naar voorbeeld van de allure van de Parijse hotels. Zoals dat tegenwoordig helaas ook nog steeds gaat, lopen de projectontwikkelaars op de zaken vooruit en wordt de eerste paal al snel in de drassige Mokumse grond geslagen. Het overreden van de bewoners van wat toen nog de Texelse Kade (de huidige Prins Hendrikkade) heette, lijkt een kwestie van het juiste bedrag bieden. Maar in het geval van vioolbouwer Vedder is het een kwestie van de lange adem. Hij weigert zijn pand te verkopen, want de hotelbonzen kunnen simpelweg en letterlijk niet om hem heen. Als zelfs zijn buurman, de kleermaker Carstens overstag gaat, is Vedder de laatste bewoner die stand houdt tegen de vermeende vooruitgang die oneerlijk maar onvermijdelijk is.

Is vooruitgang altijd wel verbetering en hoe verloopt de bij voorbaat hopeloze strijd van David tegen Goliath? In de handen van Joram Lürsen is de verfilming van de roman van Rosenboom een ware lust voor het oog. Al werd er hoofdzakelijk gefilmd in Hongarije, het historische uiterlijk van Amsterdam is schitterend en geloofwaardig in beeld gebracht, tot in de miniemste details. Om dit te bewerkstelligen combineerde Lürsen sets van slechts enkele meters hoog met digitale effecten. Zo kwamen complexe shots tot stand waarin hoofdrolspeler Gijs Scholten van Aschat zich bezorgd voelt voor zijn lamlendige pandje met in een ooghoek de Nicolaaskerk die er tot op de dag van vandaag staat. Naast de strijd tegen de expansiedrift van de ondernemers volgen we de verhaallijn van Vedders neef op het Drentse platteland. Jacob Derwig speelt Anijs, een zelfverklaard apotheker zonder papieren die probeert de hoofdzakelijk Joodse plattelandsbevolking rondom Hoogeveen een betere toekomst te verschaffen. Tegen advies en wens van zijn vrouw in hangt hij de plattelandsarts uit en geniet hij veel aanzien en vertrouwen Met hulp van een ander familielid dat naar Amerika is gevaren proberen ze een immigratiestroom op gang te krijgen en de Amerikaanse droom vorm te geven. Turf en veen hebben hun langste tijd gehad en het geluk moet beproefd worden in het land van de onbegrensde mogelijkheden.

Het zijn twee verhaallijnen die voortdurend van stuivertje wisselen en ook al is er een sterke samenhang tussen de twee - Vedder reist regelmatig af naar het oosten en raakt ook financieel betrokken bij de immigratieplannen - ze bijten elkaar voortdurend. De titanenstrijd van Vedder is verreweg het interessants en emotioneel het meest complex, wat mede wordt ingegeven door de fijnzinnige, haast apathische vertolking van Scholten van Aschat. Hij speelt een man die met lede ogen moet toezien hoe alles tussen zijn vingers door wegglipt. Hij vervreemdt zich van zijn zoon (die tussen de regels door met hele andere dingen bezig is) en zijn sociale omgeving. De waanzin ligt op de loer en Van Aschat weet dit geleidelijke proces van zijn personage op een magistrale wijze vorm te geven. Tegen beter weten in houdt hij stand, maar wat zal uiteindelijk de prijs zijn die hij hiervoor betaalt? Publieke Werken werd voor film herschreven door Frank Ketelaar. Niet de allerminste, maar helemaal lekker weet hij de diverse invalshoeken niet te stroomlijnen. Waar enkele groteske plotontwikkelingen voor het personage van Vedder heel geslaagd uitpakken, is dit voor Hoogeveen en Anijs een stuk minder gelukkig. Dit uit zich in de nare verkrachtingsscène in de aftrap, waarin een viool wordt geïntroduceerd die de verhaallijnen verbindt, en het belachelijk pathetische slotmoment voor Derwigs personage. Gijs Scholten van Aschat toont maar weer eens aan wat een fantastisch acteur hij is. Hij draagt met zijn karakterspel eigenhandig deze net boven de middenmoot uitstekende boekverfilming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten