Deze film vond ik echt een bijzondere film, mede omdat het gaat over de gebroeders Grimm, en het verhaal loopt heel grappig omdat je steeds meer de sprookjes van de gebroeders Grimm er in terug ziet
ik vond het een vermakelijke film om te kijken..
recensie van de film:
Regie: Terry Gilliam | Cast: Heath Ledger (Jacob Grimm), Matt Damon (Wilhelm Grimm), Peter Stormare (Cavaldi), Jonathan Pryce (Delatombe) e.a. | Speelduur 125 minuten
Die arme Terry Gilliam. Met The Brothers Grimm
moest de regisseur zich opnieuw op de filmkaart proberen te zetten, en
aan de eerste fotos en beelden te zien, leek hem dat te gaan lukken.
Het uiteindelijke resultaat heeft het publiek verdeeld, maar over het
algemeen kan de conclusie worden getrokken dat de grote boze wolf flink
heeft huisgehouden.
Grimm flopte, zoals meerdere Gilliam-producties sneuvelden aan de kassa. Zo staat zijn The Adventures of Baron Munchausen
nog steeds te boek als een van de grootste mislukkelingen uit de
filmgeschiedenis. Een ander, extremer voorbeeld: zijn film over Don
Quichote is überhaupt nooit afgemaakt. Moeder natuur maakte moes van
alle peperdure sets, financiers deden moeilijk (tja, Gilliam had al een
reputatie) en hoofdrolspeler Jean Rochefort moest halverwege afhaken,
omdat zijn gezondheid het niet meer toeliet. Zijn droomproject viel in
duigen. Over dit mislukken is wel een fraaie documentaire gemaakt, Lost in La Mancha,
maar uiteindelijk is het allemaal weggegooid geld gebleken. Het
ex-Monty Python lid kon dus wel weer een hit gebruiken. Het doet dan ook
buitengewoon pijn om te zien hoe hij het nu weer verknald heeft. The Brothers Grimm is zon film waarbij je je best doet hem goed te vinden. Dat wil maar moeilijk lukken.
Buitengewoon
pijn, omdat Gilliam met wél geslaagde werken heeft laten zien een
fascinerend buitenbeentje onder collegas te zijn. Brazil, The Fisher King en Twelve Monkeys
waren overduidelijk films die ontsproten waren uit het brein van een
tamelijk geniale fantast. Zelfs van een hinderlijke freakshow als Fear and Loathing in Las Vegas
kan gezegd worden dat hij afwijkend durft te zijn. Dat hij afwijkt van
een regisseur als Tim Burton, met wie hij vaak vergeleken wordt, is de
manier waarop hij zijn sprookjes voorziet van een aanstekelijke
zwartgalligheid. Je krijgt het idee dat hij mensen uitlacht terwijl hij
ze toch bewondert. Dat hij zou uitkomen bij de gebroeders Grimm is niet
verwonderlijk. Het zijn het een soort ghostbusters die hun geld
verdienen door denkbeeldige monsters en ander gespuis in het leven te
roepen om ze vervolgens zelf te verslaan. Die poppenkast levert ze
uiteindelijk een klus op waarin ze de confrontatie aanmoeten met échte
tovenarij.
De grappen, allemaal gebaseerd op het feit dat de
broertjes nu natuurlijk met hun mond vol tanden staan, zijn voor de hand
liggend en nogal braaf. Misschien moet de schuld dan worden gelegd bij
scriptschrijver Ehren Krueger (The Ring, The Skeleton Key)
die zijn schrijfwerk te vaak voorziet van een iets te zelfverzekerde
gevatheid. Als komisch talent komt vooral Ledger nog wel een eind, maar
als duo met Damon zijn ze niet aanstekelijk genoeg. Daar komt bij dat
Jonathan Pryce en Peter Stormare zo vreselijk overacteren dat ze zelfs
de camp overstijgen. Echt grappig is het allemaal niet. Als schouwspel
is The Brothers Grimm dan nog het meest geslaagd met studiodecors die niet onderdoen voor de baanbrekende doeken uit Sleepy Hollow.
Maar de steeds irritanter en onevenwichtiger wordende toon, waarbij
flauw gooi- en smijtwerk ineens plaatsmaakt voor een scène waarin een
paard een kind verorbert, staat de amusementswaarde ernstig in de weg.
Het is een ratjetoe, waar geen Gilliam-fan wijzer van wordt en waar een
groot publiek zijn schouders bij zal ophalen, of de regisseur daar nu
schuldig aan is of niet. Je had hem zo graag het voordeel van de twijfel
willen geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten