Toen ik ontdekte dat deze film ook was gemaakt, was ik aangenaam verrast want dat wist ik dus echt niet, nooit bij stil gestaan dat er een vervolg zou zijn of komen.
Dus toen ik hem kon zien was ik erg blij en heel erg gelukkig omdat ik nu dus kon kijken naar deze vervolg van de vorige en voor mij weer even sprookjesachtig en mooi
Recensie van de film:
Regie: James Bobin | Cast: Mia Wasikowska (Alice Kingsleigh), Johnny Depp (Hatter Tarrant Hightopp), Helena Bonham Carter (Iracebeth), Anne Hathaway (Mirana), Sacha Baron Cohen (Time), Rhys Ifans (Zanik Hightopp), Matt Lucas (Tweedledee/Tweedledum), Alan Rickman (Absolem) | Speelduur: 113 minuten | Jaar:2016
Nog voordat Cinderella en The Jungle Book lovend werden ontvangen en Disney de archieven ontsloot om volop in te zetten op sprookjesachtige remakes, waagde de studio een flink budget aan een live-action versie van Alice In Wonderland. Het was niet bepaald het summum van Tim Burtons werk, maar zijn iconische visuele bombarie bleek voldoende om de magische opbrengstgrens van een miljard dollar te doorbreken. Toch heeft het welgeteld zes jaar geduurd voordat we nog eens in Underland mogen logeren. Ditmaal worden we uitgenodigd door regisseur James Bobin (The Muppets).
Dat
Bobin vertrouwd is met kleurige en vrolijke personages, is direct
duidelijk. Weg is het naargeestige sfeertje, wat ruimte maakt voor een
regenboogkleurige oosterse jurk en een minder grauw Underland. Alle
personages zijn een stuk luchtiger neergezet; ze spreken allemaal op een
beduidend vrolijker toontje, wat vooral te merken is bij Johnny Depp,
wiens hoed een duisterder randje kende onder de regie van Tim Burton.
De
film opent direct in de echte wereld met een ietwat overbodige
achtervolging op het water waarin Alice als kapitein op onmogelijke
wijze schepen afschudt. Hoe en waarom wordt niet echt duidelijk, de
scène roept meer vragen dan antwoorden op en zet daarmee de toon voor de
rest van de onsamenhangende film. Niet veel later arriveert zij in een
pittoreske havenstad, waar haar recalcitrante gedrag niet goed wordt
ontvangen door een stel kakelende edelmannen (onder wie haar ex) die
haar vaders schip maar al te graag afpakken. Wanneer Alice probeert te
vluchten, komt ze een bijzondere spiegel tegen die haar laat ontsnappen
naar Underland.
Daar
ploft Alice neer op een bedje bloemen, waar al haar vrienden uit de
eerste film haar opwachten om te vertellen dat de Mad Hatter ernstig
ziek is. Hij kan enkel gered worden door zijn verdwenen familie te
vinden, waarvoor Alice hulp zal moeten vragen aan Tijd. Het luidt een
tijdtwistende reis door het verleden in die van Alice Through the Looking Glass een ingewikkelde prequel/sequel op Alice In Wonderland maakt.
Dit
element snijdt aan twee kanten. Alice wroet als een roekeloze Marty
McFly in het verleden van de nog onschuldig ogende Mad Hatter en de Red
Queen voordat zij hun namen verdienden. Enerzijds geeft dat meer
karakter aan de personages. Anderzijds geeft het de Mad Hatter en de Red
Queen een doodsimpele motivatie voor hun acties en plaatst het ze in
een bijna realistische wereld. De karakteruitdieping is in principe een
grote verbetering op het origineel en wordt op een entertainende wijze
in beeld gebracht, maar het botst nogal met het surrealistische
Underland en de mysterieuze personages die ze worden.
Bovendien
wordt het tijdreisaspect misbruikt om zoveel mogelijk personages,
plekken en gebeurtenissen af te vinken in een gekunsteld verhaal. Dat
zorgt soms voor leuke confrontaties zoals Tijd die de Mad Hatter voor
het eerst ontmoet waarbij de twee los gaan met tijdgrappen. Maar het
verschrikkelijke neveneffect van alle subplots is dat er zo ontzettend
veel themas aangekaart worden (trauma , vergeving, familie, feminisme,
en nog vele meer) dat geen enkele blijft hangen. Ze vormen geen
complexer geheel, maar passeren allemaal kort de revue afgewisseld door
onnodig spektakel. Alice krijgt om de haverklap een nieuw tijdelijk doel
dat ze voor het publiek altijd even duidelijk benoemt in een
gezellige bende van flashbacks, actiescènes en leermomentjes. De eerste
film had te weinig verhaal, Through the Looking Glass lijkt totaal niet te kunnen kiezen.
Het
element dat er in al deze chaos bovenuit steekt, is Sacha Baron Cohen.
Zijn personage Tijd is geheel uniek. Hij staat volledig zijn mannetje
naast acteurs als Johnny Depp en Helena Bonham Carter. Zijn manier van
spreken resulteert in een bijna perfecte balans van mysterie en
hilariteit. Zo is hij op momenten doodserieus en imposant, maar klaagt
hij even makkelijk steen en been over mensen die geen kernachtige en
tijdbesparende gesprekken kunnen voeren. Op vermakelijke wijze houdt
Tijd het verhaal bij elkaar, maar op thematisch vlak kan ook hij de boel
niet aan elkaar lijmen.
Met meer visuele effecten, twists en woordgrappen over tijd dan je je kunt voorstellen is Alice Through the Looking Glass een
zeer rommelige film. Sacha Baron Cohen en enkele mooie 3D-momenten
maken veel goed, maar ten opzichte van Tim Burtons film zijn er evenveel
verbeteringen als verslechteringen. Het is duidelijk dat de makers
geleerd hebben van het gebrekkige verhaal, maar helaas is er sprake van
ernstige overcompensatie. De stortvloed aan leuke scènes en
verhaallijnen is zo onsamenhangend, dat Alice Through the Looking Glass je nooit echt weet in te pakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten