maandag 25 augustus 2014

Kamperen....


Ik zie dit plaatje en meteen ben ik terug in mijn jeugd. Mijn ouders hadden het kamperen ontdekt, met een echte tent, je kent ze wel een 4 persoon bungalowtent, en daarmee gingen we dan een paar weken weg. Het scheen in die tijd het geweldigste van het geweldigste te zijn. Ik herinner me plekken waar ik nu nog niet dood gevonden wil worden, en wat we daar deden ik heb geen idee, laat staan hoe ik me daar als kind met mijn broer vermaakt heb. Het was in ieder geval wel erg bijzonder allemaal. Ik zie onze blauwe bungalowtent met nog een ouderwets gascomfort, met gasfles, een lampje met kousje, staan. De stoelen die altijd te wankel waren, die nooit echt lekker zaten, en het ongemak van als je naar de wc moest. De plekken die mijn ouders uitkozen waren altijd ver van de toiletten, want dat stonk zo, en altijd dicht blij plekken, en hoe ze dat deden is me een raadsel, dicht bij een muggenplaag. Dus de azaron en noem maar op werd veelvuldig ingepakt en meegenomen.  In de tijd dat wij nog gingen hadden we zon echte katoenen tent, met van die buizen die altijd in de war raakten en hoe goed je ze ook merkte, het ging mis, omdat je nooit wist welke stang waar hoorde. Na veel gedoe en gemopper, en altijd hulp van mensen die al op dat veldje stonden, stond dan eindelijk de tent. We gingen uitpakken, de slaapcabines erin, het luchtbed opgeblazen met zon ouderwetse voetpomp, daarna de slaapzakken,  de stoelen en noem maar op, het was altijd een heel gedoe. Als je het met nu vergelijkt, de lichtgewicht tenten en matjes etc, terwijl toen was alles loodzwaar en niet te tillen, de luchtbedden waren van een kwaliteit dat je ze nog ging plakken als ze lek waren, uren tobben en zoeken naar het gat. Als het regende was het helemaal een feest. Mijn vader en moeder gingen al ver in het voorseizoen naar een plek waar ze wilden gaan kamperen kijken, en op diverse campings kijken of het wat was, en als ze een mooi plekje vonden, werd die meteen vast gelegd en daar zouden we dan 3 weken staan. Ze hadden de schone kunst om niet te kijken naar hoogte maar altijd naar hoe mooi het uitzicht was, met als gevolg dat we altijd in een soort van gat stonden, en altijd, want ja je wilt wel vrij zitten, met de ingang naar een stuk bos waar je niets kon zien, en dus ook niet te zien was, en het uitzicht was altijd aan de andere kant. Maar we gingen kamperen en het zou genieten worden.. nou niet dus. Als het regende, ging mijn vader, heldhaftig naar buiten en begon geultjes rond de tent te graven.. waarom heb ik nooit begrepen, omdat het water altijd toch naar het laagste gedeelte stroomt en juist daar stonden wij, en altijd zo met onze slaapgedeelte juist daar, zodat we toch een soort van waterbed kregen in de loop van de regenbui. De tent begon ook altijd te lekken, en dan kwam altijd de opmerking van zit niet tegen het doek als het regent dan gaat hij lekken en het lekken was altijd op plekken waar wij niet bij konden en ook niet bij zaten. dus dat was bijzonder. We hebben heel wat pannetjes water opgevangen en naar buiten gebracht waar het water nog harder door naar binnen stroomde. De luifel die later kwam, was ook altijd een doffe ellende, we hadden dan eindelijk de tent staan, en dan kwam het, de luifel moest er aan dat scheelde ruimte, dat klopt maar als je je tent zo opzet dat er geen ruimte meer is voor de luifel, want ja je wilt wel vrij zitten dus zo dicht mogelijk bij de bossen.. met als gevolg.. juist de hele tent weer verplaatsen met elkaar... Kortom het kamperen was een feestje... maar ik vraag me nog steeds af hoe we dat deden in een oude renault 10 met vier personen, met alles mee zonder imperial, want dat vond mijn vader niks, dat was niet goed voor het benzine gebruik, dat werd te hoog, dus alles in de auto maar hoe, als ik nu al een weekje weg ga
heb ik al te weinig ruimte in mijn auto, terwijl ik toch alleen het noodzakkelijke meeneem..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten