zaterdag 8 februari 2014

The young and prodigious T.S. Spivet (film)

Gisteravond met de vriendengroep naar de film geweest.. The young and prodidious T.S. Spivet, we zagen een voorfilmpje in het filmhuis en het leek ons een geweldige leuke feel good movie, dus daarom gingen we er heen met elkaar. Deze film is alles wat je verwacht van een goede film, alles zit er in, humor, spanning, vindingrijkheid, goede muziek, soms mooie vervreemdingseffecten, prachtige natuur beelden, een stukje verdrietverwerking, een geweldige film en inderdaad een echte feel good movie, ik kan hem iedereen aanraden.. zo mooi en zo goed en prachtig gespeeld. Daarnaast is het helemaal goud hoe het afloopt. Ik geef toe ik was in prima gezelschap en dat werkt natuurlijk ook mee voor een geweldige leuke avond heerlijk.
 
 
recensie van de film:
 
Regie: Jean-Pierre Jeunet | 105 minuten | avontuur, drama, familie | Acteurs: Kyle Catlett, Helena Bonham Carter, Callum Keith Rennie, Judy Davis, Julian Richings, Niamh Wilson, Dominique Pinon, Jakob Davies, Marc Primeau, Dawn Ford, Andrew Simms, Lisa Bronwyn Moore, Rick Mercer, Richard Jutras, Christie Claymore, Roald Smeets

De films van Jean-Pierre Jeunet hebben een status aparte binnen de Franse filmtraditie. Anders dan de klassieke realistische films waarmee het land bekend is geworden – denk bijvoorbeeld aan de films van de Nouvelle Vague – staan de films van de autodidactische regisseur Jeunet bekend om hun magisch realistische inslag en fraaie esthetiek. Het meest bekend is Jeunets ‘Le fabuleux destin d’Amelie Poulain’, een kleurrijke sprookjesvertelling over een jonge vrouw in hoofdstedelijk Parijs. Maar eerder al vestigde Jeunet zijn naam met het gitzwarte, postapocalyptische tweeluik ‘Delicatessen’ en ‘La cité des enfants perdus’, verhalen over de donkere kanten van de mensheid. Tussendoor beproefde hij zijn geluk in Hollywood met de productie van ‘Alien: Ressurection’. De laatste jaren lijkt de magie, ondanks twee redelijke films, echter wat uitgewerkt. Met ‘The Young and Prodigious T.S. Spivet’ keert Jeunet terug naar het Noord-Amerikaanse continent. De vraag is of hij daarmee ook kan terugkeren aan de cinematografische top.

Realisme in film is, anders dan wellicht doet vermoeden, een complex begrip.  Het is een misvatting dat realisme, gelijk aan bijvoorbeeld de documentaire, tegenover filmesthetiek staat in de zin dat om een realistisch verhaal te vertellen de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk benaderd moet worden. Dat zou betekenen dat cinematografische kunstgrepen als artificieel licht, continuïteit of montage realisme in de weg zouden staan. Bovendien kan de lens van de camera, alhoewel digitale technieken dichtbij komen, nooit de scherpte van het menselijke oog evenaren. Maar dat menselijk oog is zo gewend aan deze visuele ‘tekortkomingen’ dat er dan helemaal geen sprake zou kunnen zijn van realisme in films. Realisme in film gaat dus helemaal niet over het geven van een algehele en perfecte representatie van de werkelijkheid. Eerder maakt het deel uit van het esthetisch en narratologisch palet en daardoor van de totale filmillusie. De benadering van een realistische representatie is dus niet meer dan een stilistische conventie. En dat is nou net waar de films van Jeunet om de hoek komen kijken.

De films van Jeunet nemen in zoverre afstand van de representatie van de werkelijkheid dat de vraag is of er nog sprake is van conventioneel realisme. Door het ongewone kleurgebruik, het gebrek aan historiciteit (onduidelijke tijds- en plaatsbepaling), de mystiek, vervreemding en romantiek, de verbeelding van de innerlijke wereld en de afwijkende montage neigen de films van de Franse regisseur dus meer naar het magisch realisme. Dat betekent niet dat ze verspeend zijn van realisme, maar dat ze juist in het verlengde ervan liggen en als subversief element spot met diezelfde realistische conventies. Het zijn de elementen die de films van Jeunet cachet geven, omdat ze de zintuigen prikkelen, origineel en universeel zijn. Met ‘The Young and Prodigious T.S. Spivet’ lijkt Jeunet aanvankelijk hetzelfde stramien te volgen.

De film vertelt over de erudiete jongeling T. S. Spivet (een innemende en geloofwaardige Kyle Catlett) die, opgroeiend op een desolate ranch in de Amerikaanse midwestern, zijn thuis wil ontvluchten. Hij heeft net een oplossing gevonden voor het eeuwenlange mysterie van het perpetuum mobile, een apparaat dat als het eenmaal in beweging is altijd in motie blijft zonder daarbij energie te verliezen. Door zijn vondst is hij genodigd om als eregast te spreken bij het Smithsonian museum en gelijk een prestigieuze prijs in ontvangst te nemen. Maar misschien een belangrijkere reden om te vluchten is dat hij zich geenszins gewaardeerd voelt door zijn wereldvreemde familie. Zijn moeder verliest zich in de entomologie, zijn vader is een honderd jaar te laat geboren cowboy en Spivet’s oudere zus droomt ervan Miss Amerika te worden.  En dan is er nog zijn overleden tweelingbroer die onder schimmige omstandigheden aan zijn eind gekomen is, een gebeurtenis die nog altijd een zware stempel op de familie drukt. Zonder het hen te vertellen trekt Spivet per trein richting Washington DC, een road trip die hem door een groot deel van de Verenigde Staten en een diverse stoet levendige personages voert (waaronder vaste Jeunet-acteur Dominique Pinon).

Het begin van de film is erg goed. Jeunet maakt zijn bekende en soepel gesneden uitstapjes om zo meer achtergrond te geven bij de personages. En zoals we van hem gewend zijn spreekt daar een enorm enthousiasme en beeldesthetiek uit. Jeunet is in pakweg de eerste helft sowieso goed op dreef met visuele vondsten, die in 3D ook goed uitpakken. Veel van die momenten komen voort uit het jeugdige brein van Spivet. Het staat symbool voor de verbeelding van het kind, een gevoel voor fantasie dat grote raakvlakken heeft met het magisch realisme. De representatie is inventief, grappig en steekhoudend. Daarnaast is ook de rest van de mise-en-scène fraai. De vergezichten vanuit de treinreis zijn welgevormd, de personages die Spivet tegen komt vol expressiviteit, ook zoals we van de filmmaker gewend zijn. Cinematografisch maakt hij, als in een Western, gebruik van enerzijds extreme close-ups en anderzijds groothoeklens long shots. Het maakt dat er voor de toeschouwer altijd iets verwonderends te zien valt.

Maar in het verloop van ‘The Young and Prodigious T.S. Spivet’ krijgt de realiteit de overhand, wordt het tempo lager en het verhaal sentimenteel. De esthetiek komt daarmee ook op de tweede plaats te staan. De cinematografie krijgt een conventionelere wending. Zijn reis staat uiteindelijk in dienst van zijn volwassenwording. Maar het spijtige daaraan is niet alleen dat Spivet zijn kinderlijkheid kwijtraakt, maar ook zijn fantasie. Ziet de toeschouwer aanvankelijk de magische buitenwereld door de ogen van Spivet, als een vorm van interne perceptie, geleidelijk krijgt de externe realiteit de bovenhand. In een wereld waarin alle volwassenen een soort van kinderlijke onschuld behouden, is Spivet een passieve dissonant geworden.

De wonderlijke magisch-realistische wereld die Jeunet in zijn films weet te scheppen, maakt hij in ‘The Young and Prodigious T.S. Spivet’ slechts ten dele waar. Het lijkt erop alsof Jeunet zichzelf verloochend heeft, om succes te hebben op de Amerikaanse markt of voor commercieel succes.  Het maakt uiteindelijk het verschil tussen een redelijke en een zeer goede film.
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten