recensie van de film|:
Regie: Roger Donaldson | Cast: Pierce Brosnan (Devereaux), Luke Bracey (Mason), Olga Kurylenko (Alice), Bill Smitrovich (Hanley), e.a. | Speelduur: 108 minuten | Jaar: 2014
Als de zesde acteur die gestalte gaf aan geheimagent James Bond transformeerde Pierce Brosnan 007 om tot een halve actieheld. Compleet met mitrailleurs en veel andere toeters en bellen, was er van de oorspronkelijke spion die geestelijk vader Ian Fleming voor ogen had weinig meer over. Een diversiteit aan rollen en genres ten spijt, het Bond-imago heeft Brosnan daarna nooit meer van zich af weten te schudden. De projecten die hij na Die Another Day aannam waren dikwijls twijfelachtig van aard en kwaliteit. Met het Bond-etiket dat nog aan zijn kont hangt, proberen de makers van de Europese actiethriller November Man bewust te spelen. Zoals de titel al aangeeft, is Brosnan in de herfst van zijn leven en carrière aanbeland. Maar hij kan beter niet meer de actieheld uithangen.
Deze conclusie wordt niet eens ingegeven door Brosnans eenenzestig lentes. Dienstdoend regisseur Roger Donaldson, die eerder al eens met zijn hoofdrolspeler samenwerkte voor rampenfilm Dantes Peak, weet eigenlijk niet zo goed wat hij met de hoofdpersoon aanmoet. CIA-agent in ruste Devereaux moet zowel de nestor als de onpeilbare held uithangen; een dubieuze combinatie die uiterst ongelukkig uitpakt. In een proloog krijgen we nog te zien hoe Devereaux groentje Mason klaarstoomt voor het grote werk. Devereaux is de man met de ervaring en de bezinning, die doorgaans op de juiste momenten risicos durft te nemen, maar toch een fikse inschattingsfout maakt. Mason is onbezonnen en een ongeleid projectiel met het hart op de juiste plek.
Jaren later komen de twee lijnrecht tegenover elkaar te staan. Een
corrupte Russische presidentskandidaat moet erbij worden gelapt en
Devereaux wordt door een voormalig collega op de klus gezet. Helaas zijn
de andere agenten niet op de hoogte van zijn missie. Zij zien de
pensionado dan ook als een fikse stoorzender die hun plannetjes
dwarsboomt. Donaldson heeft zijn sporen verdiend als regisseur van
gesjeesde actieproducties als The Bankjob en The Recruit. Met deze ervaring op zak zou er van November Man toch een heleboel te maken moeten zijn. Oblivion-schrijver
Karl Gadjusek heeft samen met zijn coscenarist echter een enorm potje
gemaakt van de romanbewerking van Bill Granger en hiermee ook de
regiebeslissingen van Donaldson beïnvloed. Zwak zijn de momenten waarop
Donaldson één voor één bijfiguren introduceert met wie hij niet veel
later wat van plan is. Hij switcht hierbij met het tempo van de
hoofdstukken van een Dan Brown-roman van locatie, setting en
gezichtspunt. Donaldson bouwt niet lekker op en lijkt primair te leunen
op het kortetermijngeheugen van de kijker.
Het gevolg is dat November Man
een wedstrijdje vergelijkingen maken wordt. Een groot deel van het
verhaal beslaat het contact tussen Devereaux en de Oost-Europese juriste
Alice wat doet denken aan de Robert Langdon-boeken van Brown. Qua actie
en locatiegebruik wordt er aangehaakt bij de Jason Bourne-reeks. Zodra
Devereauxs dochter in de gehaaide spelletjes van zowel de Russen als de
Amerikanen betrokken wordt, zijn associaties met Taken
onvermijdelijk. Gevolg is dat Donaldson te weinig eigen smoel aan zijn
actievehikel weet mee te geven. Hij excelleert alleen in de actiescènes
die op zichzelf staand nog wel wat vertier weten te bieden. Ertussendoor
sijpelen te veel lachwekkende onwaarschijnlijkheden, stereotiepe
model-Russen, een afgezaagde vader-zoonrelatie die er met de haren bij
wordt gesleept, een oorlogstrauma en als verrotte kers op de ingestorte
taart nog wat goedkope plotwendingen. Deze overdaad aan plotelementen
leidt tot een zeer summiere uitwerking. Misschien was het boek toch
beter?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten