De trui met de hand aan de achterkant op de rechterschouder. |
Door een blogje van vriend Frans (over afscheid van een tas die hij heel heel lang heeft gehad) kwam ik op het idee om een blog te schrijven over het enige kledingstuk dat ik al zo lang heb dat het bijna gewoon niet anders kan dan dat ik het wel moet vertellen. De trui die ik heb ontworpen toen ik 13 jaar was. Mijn opvoeding bestond eruit dat je alles moest kunnen, zo ook breien en noem maar op. Mijn ouders hadden waarschijnlijk de vooruitziende blik dat niet elke man met een vrouw trouwt en dat men ook niet altijd de kans krijgt om met 1 persoon een leven lang samen te zijn. Mijn ouders waren daarin tegen een schoon voorbeeld hoe het moest en hoe het ging als je van iemand oud. Ze zijn verliefd gebleven tot de laatste adem van mijn vader. Zoveel liefde dat ze elkaar gaven dat ik begrijp dat, als je dit als voorbeeld hebt, je niet met minder genoegen neemt. Kortom een jeugd waarin we alles moesten kunnen, van koken tot breien en naaien en noem maar op. Elektrische dingen repareren wij moesten het eerst zelf proberen en lukte het niet dan kwam pa of ma wel helpen. Kortom een jeugd waar ik met een heel warm hard naar terug kijk, waarin ik veel heb geleerd, al weet ik ook dat ik het toen vreselijk vond... het zinnetje: "Heb je het zelf al geprobeerd" Als het antwoord nee, was dan kon je de donder er op zeggen dat het terug antwoord was, eerst zelf proberen. Was het antwoord ja, dan was het antwoord, wat je had gedaan en als in het verhaal bleek dat je iets over het hoofd had gezien, dan kon je het opnieuw gaan proberen met de aanwijzingen. Was het goed genoeg het verhaal dan waren mijn ouders altijd bereid om ons te helpen. Maar het zinnetje "Eerst zelf proberen" ligt in mijn hart en in mijn hoofd opgesloten. Nog steeds, als er iets moet gebeuren. probeer ik het eerst zelf, pas daarna vraag ik hulp. Bij mijn leerlingen doe ik dat ook, eerst zelf laten proberen en lukt het niet dan help ik ze. Nu terug naar het verhaal waar het natuurlijk om gaat. De trui, en zeg maar gerust DE TRUI Deze trui is door mij dus als dertien jarige puber bedacht en ontworpen. Aangezien ik nog niet zo goed was in mazen en dat niet kon, vroeg ik aan mijn ouders of mijn tante, die heel veel en heel snel breide, voor mij een trui mocht breien, van zwarte wol, van de, toen heette het nog "De Scholtens", nu heet het "De Wibra", en ik vertelde het idee wat ik graag wilde. Mijn ouders hadden me al vaak zien zitten breien en zo truien zien ontstaan, al dan niet goed gelukt maar altijd waren het bijzondere truien, soms met een pianotoetsenbord aan de zijkant, dan weer met een sleutelgat, soms met Chinese tekens, dus dat ik het zelf wel kon was duidelijk. De toestemming kreeg ik dan ook en dus op naar de winkel om genoeg wol te halen en ook een knot witte wol. Mijn tante gevraagd of ze voor mij een trui wilde breien, en haar uitgelegd wat ik graag wilde. Een hele zwarte trui, met op de rug een witte hand op mijn schouderblad. Mijn tante, die erg veel kon en ook erg veel lol had in breien, ze kon nooit stil zitten, was meteen enthousiast. Vol enthousiasme begon ze aan de trui, een trui met een ronde hals, Daarna heeft ze de hand van mijn nicht gevraagd om die op de trui te leggen, en heeft ze dit erop gemaasd, maar zo mooi dat je het eigenlijk niet ziet. De avond dat de trui kwam was één van mijn leukste herinneringen. Een eigen ontworpen trui, met een witte hand op de rug. De trui heb ik meteen aan gedaan en droeg hem dan ook heel vaak. Bij het ouder worden, bedacht ik me, toen de capu's inkwamen dat ik dat maar eens moest gaan maken, dus heb ik de pennen gepakt en meteen een capu erop gemaakt. De trui had dus een up-date. Deze trui is met mij mee verhuisd naar Groningen, waar hij veel is gedragen toen ik 22 was, de trui is weer mee verhuisd in het huis waar ik woonde, toen ik van kamer naar een klein appartement ging. Bij elke verhuizing verdwenen er kledingstukken omdat ze niet meer in waren, me niet meer raakten, maar deze trui bleef. De wol van de toenmalig Scholtens, is kennelijk onverslijtbaar. De trui ging mee op vakantie in de winter. Ging mee toen ik weer ging verhuizen naar een iets groter appartement in Groningen. De trui heeft veel gezien en altijd droeg ik hem met veel plezier. Deze trui die zelfs mijn heftigste liefdesverdrieten heeft mee gemaakt, die ik aanhad bij mijn regie werkzaamheden, bij mijn repetities voor te spelen stukken, de trui die mee ging op tournee als ik door Nederland van theater na theater ging om te spelen. Telkens weer gaf de trui me het gevoel dat ik iets goeds deed of had gedaan. Niet voor niets noemde ik hem uiteindelijk mijn schouderklopjes trui. Bij mijn sollicitatie in Alphen aan den rijn, had ik deze trui aan en ik kreeg de baan. Bij het uitzoeken , na een jaar op en neer reizen tussen Groningen en Alphen, van een woning, droeg ik deze trui, en het was alsof de trui zei hier moet je gaan wonen. De flat/appartement die ik toen koos, woon ik nog steeds. De trui heeft inmiddels mijn tante overleefd, ze is helaas overleden, ze was al jaren aan het dementeren. De bundel "Totdat haar wereld in de mist verdween" Gaat over haar en haar dementerend proces. De nicht heeft inmiddels een ernstige vorm van kanker kunnen overleven door een speciale therapie in Duitsland, en nog steeds rust haar hand op mijn schouder. De trui is al langer dan mijn halve leven bij me, en ik neem aan dat hij nog jaren mee gaat. Nog even dan is mijn trui bijna een half eeuw oud. Als hij dat gaat halen ga ik toch eens een museum zoeken die misschien deze trui wel wil om hem tentoon te stellen. Het is tenslotte een blijvertje, en slijt vast ondanks dat ik hem regelmatig draag... dus wie weet gaat dat lukken. Tot de tijd dat hij zijn 50ste verjaardag gaat vieren, zal ik hem met plezier dragen en vooral heel zuinig op zijn. Het is tenslotte mijn Schouderklopjes trui.
(de gemaasde hand)
De voorkant, lekker wazig, omdat daar toch
niet veel op te zien valt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten